Badkamerblues

De plotselinge aanwezigheid van enkele bruine kringen op het witte plafond boven onze voordeur, wierp twee prangende vragen op: hoe zijn ze er gekomen en hoe komen we er weer vanaf? Het eerste raadsel hield mij persoonlijk meer bezig dan het tweede, daar het plafond boven onze voordeur tegelijkertijd de vloer van onze badkamer vormt en het vooruitzicht ons huishouden enkele weken zonder wasmachine of opfrissende douchebeurt te moeten runnen, leek mij uit hygiënisch oogpunt bijzonder onwenselijk. Het tweede vraagstuk, namelijk de oplossing van dit probleem, was nu juist een leuke uitdaging voor onze huisbaas, zodat ik hem die middag direct een schriftelijke hulpvraag toestuurde.

Drie dagen later worden de plafondkringen aandachtig bekeken door een zwaar hijgende klusjesman, die zijn welverdiende pensioen over enkele weken in het vooruitzicht heeft. “Die tegelvloer in de badkamer laten we nog even heel”, constateert hij. “Ik ga proberen via het plafond bij het lek te komen.” Na deze woorden tovert hij een klein, uiterst doeltreffend cirkelzaagje uit zijn borstzak dat al snel korte metten maakt met het houtwerk boven de meterkast in ons voorportaal. “Het is duidelijk vochtig, maar niet nat”, meldt hij na een korte inspectie, terwijl een muffe geur de hal vult. “En het vervelende is: er ligt hier nergens een leiding. We zullen dus toch de badkamervloer moeten openen.” Geen klusje om even tussendoor te doen, dus met de mededeling dat we binnen een maand teruggebeld worden voor een definitieve afspraak, vertrekt de man naar zijn volgende opdracht. “De badkamer kan je gewoon blijven gebruiken zoals je dat altijd doet”, vertrouwt hij me nog toe voor hij de deur dichttrekt.

Dat laatste is makkelijker gezegd dan gedaan. Die donkere, gapende opening zo vlak boven de elektriciteitsaansluiting van ons huis, zorgt er plotseling voor dat mijn douchebeurten van volledig ecologisch verantwoord korte duur zijn en bij iedere was die mijn vrouw draait, hang ik schuin in het trapgat om te kijken of er tijdens het afpompen geen water langs de muren stroomt.

Vier weken later staren de klusjesman en zijn opvolger met peinzende blik naar onze badkamervloer. “Hak die vier tegels er maar uit”, instrueert de oude baas zijn toekomstig plaatsvervanger, die daarop een oorverdovend concert van monotone dreunen in knarsend beton ten beste geeft. Tevergeefs, want na gedane arbeid kijken beiden ietwat beteuterd naar de aangerichte schade. “Ook hier geen leidingen”, constateert de oude baas teleurgesteld, waarna beider aandacht zich verplaatst naar de tegelvloer rond het doucheputje. “Dan hier maar proberen”, verzucht de jongste van het tweetal, waarna de bouwvakkerssymfonie wordt hervat.

Deze poging is succesvoller, want het beton dat brokje voor brokje aan de oppervlakte wordt prijsgegeven draagt duidelijk sporen van onderliggend vocht in zich, al wordt een verdachte afvoerleiding nog steeds niet gevonden. “Het zál toch niet”, gromt de ouderling, terwijl hij met geknepen ogen naar de tegelmuur tegenover zich kijkt. “Ja, dáár zit een gaatje”, merkt hij op na enkele ferme tikjes en wat gewroet in oude voegen. De ongewenste monding is te klein om met het blote oog te zien, maar laat zich tóch waarnemen door kleine druppeltjes, die langs de oude voegresten op de muur hun weg zoeken naar een zo laag mogelijk gelegen punt.

 

 

“Nou, dat wordt een nieuw koppelstuk”, besluit de oudste kordaat, terwijl zijn ogen afdwalen naar de gaten in de vloer en de ontbrekende tegels aan de muur. “Die zijn niet meer te krijgen”, verzucht hij, waarna hij zijn collega aankijkt en zegt: “Laten we de boel maar meteen helemaal opnieuw betegelen. Anders is het geen gezicht.” Met dit oordeel wordt het gevreesde weekje kamperen in eigen huis een feit. Tanden- en haarborstels verdwijnen naar de keuken, de wasmachine en de droger worden opgestapeld in de slaapkamer en nadat het puin van de oude tegels is afgevoerd, verandert de gang langzaam in de opslagplaats van een kleine handelsfirma voor het betere tegelwerk.

Terwijl de jonge klusjesman voortvarend in de weer is met het plakken van de zware stenen tegen onze muur, zit ik in alle rust een weekje vakantie uit. Deze samenloop van omstandigheden is meer toeval dan wijsheid, maar blijkt nu een schot in de roos, want een badkamerloze week doet iets met de uiterlijke verschijning van een mens. Een wasbeurt in de keuken, zoals dat een halve eeuw geleden nog heel gebruikelijk was, lukt me uiteraard nog wel, maar het opfrissen van mijn haar in de gootsteen is toch een ander soort vaardigheid die ik mij de afgelopen zevenendertig jaar nog niet heb toegeëigend. Een eventuele poging het alsnog te proberen, wordt bovendien ernstig bemoeilijkt als mijn vrouw halverwege de week opmerkt dat de er nog nauwelijks warm water uit de hiervoor bestemde kraan stroomt. Terwijl de Cv-ketel keurig zestig graden aangeeft, wil het water uit de kraan niet verder komen dan een schamele veertig. Het vooruitzicht op twee onderhoudsfirma’s in één smalle gang lijkt me echter zo onwerkbaar, dat ik vurig hoop dat de ketel nog even doorpruttelt tot de badkamertegelman vertrokken is.

 

 

Met mijn scheerspullen een week buiten handbereik en een vette, futloze haardos die al even zolang lijdt onder een ernstig aandachtstekort, heb ik inmiddels een uiterlijk voorkomen waarmee de huidige anderhalvemetersamenleving geen enkele belemmering voor mij vormt. Mensen houden met blikken vol afgrijzen de gepaste afstand aan in de supermarkt en zelfs de meest fanatieke Corona ontkenners gaan op straat met een grote boog om mij heen. Het zinnetje: “Nog één nachtje alles laten drogen en dan kunnen jullie morgenavond weer douchen”, dat de aannemer op de zevende dag uitspreekt, klinkt ons dan ook als muziek in de oren. Zelfs de ketel lijkt er van op te leven, want direct nadat een nieuwe douchekraan is opgehangen en de wastafel weer rust op zijn vertrouwde plek, stroomt er bij de eerste test gloeiend heet water uit de kraan.

Zesendertig uur na het vertrek van de klusjesman verschijn ik, verkwikt en geschoren, weer op de werkvloer. Maar inwendig ben ik inmiddels hard toe aan een weekje vakantie…

Leave a reply