Exenode

“Dus jij bent getrouwd”, merkte oud-klasgenote Evelien op terwijl ze naar mijn ringvinger keek. “Wie had dat op de middelbare school gedacht, hè?”, antwoordde ik. Een paar seconden viel mijn gesprekspartner stil, om daarna te concluderen dat ook zij geen grote delegatie vriendjes had versleten tijdens onze middelbare schooltijd. Dat haar populariteit iets hoger lag dan de mijne op een gemiddeld klassenfeestje, kon ze niet ontkennen. “Maar jij bent getrouwd en ik heb pas sinds een paar weken een nieuwe vriend”, vertrouwde ze me toe. “Dus uiteindelijk lach jij toch als laatst!”

 

“Voordat je de prins vindt, moet je eerst een stel kikkers zoenen”, verzuchtte postermeisje Loesje eind vorige eeuw. Persoonlijk kan ik niet stellen dat mijn weg naar de eeuwige trouw een enorme paddentrek was. In de eerste plaats moet ik concluderen dat de dames die in mij meer zagen dan een broertje me simpelweg te dierbaar zijn om ze af te schilderen als koudbloedige wezens. In de tweede plaats is het aantal vrouwen ook vrij gering. In mijn studententijd las ik ooit een interview met Ronald Giphart in het spoorwegenblaadje Rails, waarin hij vertelde dat de meisjes in zijn jeugd niet bepaald in de rij stonden om door hem ontmaagd te worden. Eufemistisch kan ik stellen dat dit lot ook mij ten deel viel.

 

Toch begon mijn liefdesleven veelbelovend. Mijn allereerste vriendinnetje heette Astrid en was net als ik vier jaar oud. We waren onafscheidelijk: speelden altijd samen in de klas en aten regelmatig bij elkaar thuis in de middagpauze. Zelfs het feit dat zij wel naar groep 3 mocht en ik een jaar kleuterschoolstudievertraging opliep kreeg onze puppyliefde niet kapot. Een avondje pannenkoeken eten bij mij thuis wel. Eindelijk dacht ik iemand gevonden te hebben om me te wapenen tegen het huiselijk overwicht van mijn drie jaar oudere zus, maar in mijn jeugdig enthousiasme had ik niet gerekend op vrouwelijke solidariteit. Al mijn mannelijke lompheid trok ik uit de kast om Astrid terug aan mijn kant te krijgen, wat de afstand tussen ons alleen maar vergrootte. Zij liet zich na deze avond niet meer op het speelplein zien, en kwam me op de laatste dag van het schooljaar vertellen dat ze niets meer met me te maken wilde hebben. Mijn kleuterhart was gebroken, en huilend stortte ik mij in de armen van mijn moeder.

 

Vanaf dit moment benaderde ik meisjes met uiterste hoffelijkheid en legde daarmee de basis voor het broertjesetiket dat ik, met een enkele onderbreking, bijna twintig jaar bij me gedragen heb. Ik kende alle meisjesgeheimen waar de jongens in mijn klas slechts naar konden gissen, maar het duurde tot mijn elfde voordat ik opmerkte dat er een meisje was dat toch wel erg begon te giechelen als ik langsliep. Zij heette Fatiha en was met haar dertien lentes in meerdere opzichten interessant. Vooral de meisjes in de klas vonden het tijd dat er eens om verkering gevraagd ging worden, maar toen mijn mannelijke schoolgenootjes doorkregen dat er iets in de klassikale atmosfeer hing, werd ik steevast begroet met de tune van de Loveboat. Het was onder deze groepsdruk dat ik eenzijdig besloot onze ontluikende liefde geen kans te geven.

 

Mijn kleuterhart was gebroken en huilend stortte ik mij in de armen van mijn moeder.

 

Met de toegang tot de brugklas brak officieel mijn grindtegelperiode aan, een fase waarin elk lelijk eendje hoopt te veranderen in een knappe zwaan. Om het niveau van deze transformatie te bepalen, houdt elke onderwijsinstelling regelmatig populariteitspolls onder de noemer “schoolfeest”, een evenement waarbij een danspartner voor mij niet vanzelfsprekend was. Pas toen ik mij wat meer achter de schermen van het schoolleven ging bewegen werd de wisselwerking tussen mij en het vrouwelijk schoon groter. Mijn eerste liefde sinds mijn zandbakrelaties heette Danielle en zij viel mij op nadat een klasgenote van haar mij iets in het oor had gefluisterd. Enkele dagen later moest ik voor de schoolkrant iets overhandigen aan een lerares die net bij haar voor de klas stond. Het aantal keren dat de naam Danielle tijdens die minuut door de klas vloog deed mij wel vermoedden dat de gekregen tip serieus was, maar toch ontbrak me de moed om er echt iets mee te doen. Deze stap werd uiteindelijk door haar gezet, door op een goede dag op te merken dat als ik haar zo graag mee uit wou vragen, ik dit gewoon moest doen. Ik maakte een afspraak voor de eerstvolgende zaterdag, en op de laatste eerste meidag van de vorige eeuw was onze verkering een feit.

 

Hoewel serieus, was onze liefde pril en groen. Onze liefkozingen waren niets anders dan onschuldige zoenen van verliefde tieners, maar hadden we ooit tot serieuzere acties over willen gaan, was dit waarschijnlijk hoogstpersoonlijk voorkomen door Danielle’s moeder. Hoewel ik welkom was in huis, kon zij het niet nalaten twee maal per uur te informeren of er nog iets te drinken moest zijn en of alles nog goed ging. Waar mijn toenmalig schoonvader af en toe een ontspannen praatje kwam maken, leek het wel alsof Danielle’s moeder steevast probeerde uit te vissen wat voor vlees ze nou eigenlijk in de kuip had. Pas toen mijn relatie met haar dochter alleen vriendschappelijk was, kon ook onze verstandhouding zich enigszins ontspannen.

 

Aan de zijde van de schoonfamilie werd de verdedigingslinie in stelling gebracht.

 

Dat laatste is helaas nooit gelukt met mijn één na laatste schoonvader. Het feit dat ik op mijn zeventiende verkering kreeg met een veertienjarig meisje zorgde in mijn omgeving voor enige turbulentie, maar aan de zijde van de schoonfamilie werd de verdedigingslinie in stelling gebracht. De vader van Claudia verwelkomde mijn aanwezigheid in zijn huis regelmatig met de woorden: “Ben je daar nou alweer?”, om daar aan toe te voegen dat ik vooral niet te laat weg moest gaan. Waar Danielle’s moeder nog klopte voor ze de kamer binnenkwam, stormde Claudia’s vader op onregelmatige tijden de kamer binnen of belde op via de interne lijn van hun huistelefoon. Nadat hij mij er van verdacht in de keuken gerommeld te hebben met zijn dochter, verborg hij een paar afspraakjes later zijn videocamera op haar kledingkast met het excuus dat hij toch bewijsmateriaal moest hebben. “Hoe denk je dat het voor mij is om mijn dochter bijna getrouwd te zien?”, vertrouwde hij me tijdens een spaarzaam moment van openhartigheid toe. Na acht maanden waren Claudia en ik de situatie en elkaar zat, dus maakten we het uit. Wij bleven vrienden, haar vader heb ik nooit meer gezien…

 

Nadat ik door het tikken van de tijd op natuurlijke wijze van mijn tienerjaren werd afgeholpen, brak een periode aan waarin ik juist datgene deed dat iedereen mij afraadde: ik ging op zoek! Als een wanhopige eendagsvlieg fladderde ik rondom het vrouwelijk schoon, maar in het meest gunstige geval strandden mijn avances bij een etentje of een avond naar de bioscoop. Hoe harder ik mijn best deed, hoe slechter het resultaat. Tot ik in november 2006 door een collega werd meegesleept naar een feestje waar ik eigenlijk geen zin in had…

Leave a reply