Geschiedvervalsing

Het laatste schoolreisje voor de zomervakantie. Terwijl de rest van leerplichtig Nederland al mag genieten van zijn vrijheid, banjert een Brabants basisschoolklasje over het Buitenhof, nauwlettend gadegeslagen door het schoolvoorbeeld van een onderwijzeres die het meesterschap van juffrouw tot in de finesses beheerst. Zij is gesneden uit het hout dat de PABO tegenwoordig niet meer gebruikt, omdat het naar huidige normen niet buigzaam genoeg wordt bevonden. Kortom: een dame die in haar studententijd wel aanwezig was bij de bezetting van het Maagdenhuis, maar er niet aan deelnam. De juf is klein van postuur, doch recht van rug en draagt haar bruine haren in een frisse, korte coupe. De ogen slaan haar kudde gade vanachter een compact en strak montuur. Alleen de rimpels in het gezicht verraden dat zij heimelijk de dagen telt tot haar pensioen. Een gebruik dat zij, dankzij de besluitvorming in het parlementsgebouw achter haar, nog een extra jaar zal moeten volhouden.

“Als jullie daar eens gaan zitten”, roept ze naar het klasje, dat volgzaam als een zwerm bijen bezit neemt van de overgebleven ruimte op mijn bankje aan de Lange Vijverberg. De juf is zo druk met het dirigeren van dit drentelende jeugdorkest, dat zij mijn aanwezigheid pas opmerkt als alle leerlingen zitten en haar stilletjes aankijken. Even staart zij verbaasd naar de vreemde, uit de kluiten gewassen snater in haar bijt, maar ze herstelt zich net zo snel als Moeder Eend uit het sprookje, dat het laatste jong uit haar nest óók een lelijk mormel vond, maar zijn aanwezigheid goedhartig accepteerde, daar de wegen van natuurgoden nou eenmaal ondoorgrondelijk zijn.

“Achter mij zien jullie de Kneuterdijk”, begint de juf het educatieve deel van deze stedentrip. Ze is duidelijk in haar element als ze vraagt: “Wie van jullie weet waar die naam vandaan komt?” Het blijft stil, maar de tevreden glimlach op haar gezicht toont dat dit is ingecalculeerd. “Wisten jullie dat de kneuter een vogeltje is?” doceert ze verder. “Vijfhonderd jaar geleden werd de kneuter gebruikt als lokvogeltje om vinken te vangen. Dit gebruik heette kneuteren en dat gebeurde allemaal op het stukje grond daar achter jullie. Rond 1500 was daar een vinkenbaan en zo komt die weg aan zijn naam.”

Ik wist dit niet, maar deze juffrouw geloof ik onmiddellijk. Mijn prille, doch rotsvaste vertrouwen in haar Evangelie wordt echter ernstig op de proef gesteld als zij de aandacht van haar klas verplaatst naar het beeld van Johan de Witt. “De meneer die jullie daar zien was Raadspensionaris van het Graafschap Holland, zoiets als Mark Rutte nu. Deze Johan de Witt werd samen met zijn broer Cornelis vastgezet in de Gevangenpoort. Weten jullie waarom?” Niemand wist het.

Een iel jongensstemmetje achter mij schalt: “Dan word je doodgemaakt” over de Vijverberg.

“Johan had ruzie met Prins Maurits”, pakt de juf haar les weer op, “over wat de beste manier was om het land te besturen. Op het laatst waren Maurits en Johan het zo met elkaar oneens, dat de eerste de laatste beschuldigde van landverraad. En wie weet welke straf je daarvoor krijgt?” Een iel jongensstemmetje achter mij schalt: “Dan word je doodgemaakt” over de Vijverberg. “Héél goed!”, complimenteert zijn juf en vervolgt: “als jullie nou allemaal oversteken naar de Kneuterdijk, dan gaan we daarna rechtsaf het Lange Voorhout op”. Onder luid gejoel verlaten de leerlingen het bankje en sprinten richting zebrapad, op gepaste tred gevolgd door hun docente. Als ze mij passeert knikt ze beleefd. Enigszins verbouwereerd groet ik terug. Heb ik dit nou écht gehoord? Prins Maurits ruzie met Johan de Witt?

Het leek mij een aanvechtbare theorie. Prins Maurits overleed op 23 april 1625 in Den Haag. Pas zes maanden daarna, op 24 september, zag Johan de Witt in Dordrecht het levenslicht. Met deze Johan kan Prins Maurits dus onmogelijk in onmin hebben geleefd. Wel had laatstgenoemde een theologisch verschil van inzicht met Johan van Oldenbarnevelt, van wie het standbeeld iets verder op de Lange Vijverberg al jarenlang mistroostig naar de buitenrand van het Binnenhof staart. Dit meningsverschil kostte, héél kort door de bocht, Van Oldenbarnevelt op 13 mei 1619 de kop. Maar dat was ruim een halve eeuw voordat de gebroeders Cornelis en Johan de Witt door het ontevreden Haagse volk werden gelyncht. Tóch heeft de statige docente, die ik twee minuten geleden nog onfeilbaar achtte, dit anachronisme als een hapklaar brokje jeugdjournaal aan haar klas gepresenteerd.

Nog steeds ontdaan van deze aanslag op mijn emotionele zekerheid, kijken mijn gehavende mensenkennis en ik nog eenmaal om en zien hoe de lerares de hekkensluiter van haar groepje met zekere hand het Lange Voorhout op koerst. Nou ja, dat verhaal van de Kneuterdijk had ze gelukkig wél goed…

Leave a reply