Haagse hoeders van “Het Zwarte Goud”

DEN HAAG – Popstad nummer één; je tikt er tegen en het zingt. Ooit was de residentie hofleverancier van de Nederbeat op Radio Veronica voor de Scheveningse kust. In diezelfde jaren telde Den Haag één platenzaak op vijfduizend bewoners. Maar dat was vroeger. Anno 2014 ijveren rond het centrum van de Haagse binnenstad vier van de laatste zes vinylhandelaren moedig voor hun voortbestaan. “Het is geen dik belegde boterham, maar ik kan alle boeken kopen die ik hebben wil en af en toe kunnen mijn vrouw en ik op vakantie”.

“Mijn geheim? Ja… dat is een goede vraag!” Bert van der Spek, eigenaar van Bert’s Record Store aan de Stationsweg, fronst zijn wenkbrauwen als hem gevraagd wordt naar het succes van zijn winkel en het failliet van de concurrenten. Na een lange stilte vervolgt hij: “Ik heb gelukkig veel contacten zodat ik veel nieuwe dingen krijg aangereikt. Ik ken veel grote verzamelaars, tot Japan aan toe.” Ook Walter Herman, aan het roer van Empire in de Korte Houtstraat, draait eerst een sjekkie voordat hij vertwijfeld opbiecht: “Ik heb geen idee! Je bent afhankelijk van mazzel. De winkel staat of valt met wat ik kan inkopen. Sinds De Plaatboef aan de overkant verdwenen is, heb ik veel geluk. Er stappen nu mensen binnen die de afgelopen twee jaar niet eens wisten dat ik hier zat.”

Op de Geest, onder de rook van de Torengarage, runt René van der Voort zijn Any Record. Het pand waarin de zaak is gevestigd, ademt de sfeer van een huiskamer, waar alleen de platenbakken langs de muur verraden dat hier ook vinyl wordt verkocht. “Hiervoor zat ik op de Amsterdamse Veerkade, maar dat was ongezellig! Misschien was die plek wel de slechtste beslissing van mijn leven. Sinds mijn verhuizing naar de Geest zie ik wel veel meer mensen die spontaan binnenlopen. De laatste jaren zitten daar zelfs meisjes bij, dat zag ik vroeger zelden!” Ramesh Soekhoe, bedrijfsleider van eenmanszaak Vinyl Grove in de Boekhorststraat, vult zijn collega aan: “Vinyl is een niche markt. Het is momenteel hip, omdat het de ‘cool’ factor onder jongeren heeft. Als die hype weer over is, blijft er maar een kleine groep hangen. Groot genoeg zodat deze winkel zichzelf kan bedruipen, maar het is flink pezen, dat wel!”.

 

Conservatief

Soekhoe zet de toon. Uit de monden van deze Haagse platenhandelaren klinken weinig klanken over het failliet van hun bedrijfstak. Maar dat het hard trappelen is om boven water te blijven, ontkent niemand. Binnen vijf jaar tijd is het aantal muziekwinkels in Den Haag met twee derde deel afgenomen. Terwijl nog niet zo heel lang geleden Den Haag het verlichtend voorbeeld voor een nieuwe generatie was. “Van popstad nummer één is Den Haag heel geleidelijk veranderd naar wat het nu is”, weet Bert Van der Spek. “Dat begon eigenlijk al aan het eind van de jaren zeventig. Tot die tijd telde Den Haag talloze bands zoals The Motions, Golden Earring, Shocking Blue en de Tielman Brothers. En dat allemaal tegelijk! Dat heb je nu niet meer. Ik vraag me eigenlijk af of Amsterdam en Rotterdam dat nog wel hebben. In elk geval zijn de bewoners van die steden tegenwoordig meer music minded dan Hagenezen. Wij hadden die naam van oudsher, maar dat is behoorlijk verwaterd. Dat hoort bij trends die veranderen. Daarnaast komen er in die steden meer toeristen. Amsterdam floreert dankzij toeristen die door kleine straatjes dwalen en daar komen zij vanzelf verschillende zaken tegen. In Den Haag zie je dat veel minder. Ik heb zelfs niets aan toeristen, die komen hier niet”.

Ramesh Soekhoe voegt hier aan toe: “Den Haag telt te veel muzikanten. Die kopen geen platen van zichzelf en niet van anderen. Daarnaast is eenenvijftig procent van de Haagse bevolking immigrant. Die groep koopt weinig Westerse muziek. Dan houd je maar een klein groepje binnen de stadsmuren over.” “En die groep is, om het maar netjes te zeggen, oerconservatief!” valt Walter Herman zijn concullega bij. “Vroeger werkte ik in Delft en daar zette ik in de winkel wel eens een nieuwe cd op van een onbekende groep. Dan verkocht ik tien van die cd’s in een middag. Hier in Den Haag luisteren de mensen wel even, maar er wordt niets verkocht. Dat is dat conservatieve. Het makkelijke is dat je daar wel lekker op kan anticiperen met je verkoop, maar daarvoor ben je toch weer afhankelijk van wat er binnen komt.”

 

Internet

Over één ding zijn alle Haagse platenhandelaren het eens: het rappe tempo waarin deze winkels in de residentie de afgelopen jaren verdwenen is niet de schuld van internet. Walter Herman ziet zelfs kansen met dit medium: “In deze branche kan je nog steeds een goede boterham verdienen als je het met drie personen zou kunnen doen: iemand voor de winkel, een mannetje voor het internet en een derde persoon voor de inkoop. Maar dan moet ik eerst een omzet halen voor drie personen en dat lukt niet. Het is voor mezelf al puur overleven. Ik heb een eenmanszaak en moet keuzes maken. Minder internet is mijn keuze, dus nu moeten de mensen naar mij toe. ” Die mening wordt gedeeld door René Van der Voort: “Mijn klantenkring zal vast wel eens aan internet doen, maar ik merk het niet aan de afname in mijn winkel. Zelf doe ik er niets mee. Ik wil bijvoorbeeld niet het risico lopen dat ik een plaat inkoop die bij levering niet origineel blijkt te zijn. Ik noem maar iets. Natuurlijk heeft de winkel wel een website, maar die vermeldt alleen het adres. Ik heb een winkel, dus laat ze maar langskomen!” Afkijken bij de concurrent doet Van der Voort ook niet: “Vroeger keek ik nog wel eens bij Plato, maar dan vooral naar de prijzen. Wat was die winkel verschrikkelijk duur, belachelijk! En dan hadden ze ook nog als één van de eersten een website, wat het vergelijken met andere winkels alleen maar gemakkelijker maken. Hilarisch vond ik dat. Eigenlijk is dat ook een veel interessanter verhaal, het verdwijnen van de cd winkels. Want hé, ik ben er nog steeds!”

De teloorgang van de muziekindustrie vindt ook Ramesh Soekhoe een interessanter verhaal dan het harde bestaan van de platenhandel in Den Haag: “Vooruitgang houd je niet tegen, maar de prijs van cd’s was al die jaren natuurlijk veel te hoog. Pas vier jaar geleden besloten de grote maatschappijen hun prijzen te verlagen. Toen was het natuurlijk al veel te laat. Als de industrie twaalf jaar geleden zijn prijzen verlaagd had, waren minder mensen overgestapt op het illegaal downloaden van muziek. En zelfs dan is de concurrentie met het internet te groot geworden. Je kunt tegenwoordig 24bit audio streamen, die kwaliteit speelt elke cd zoek.” Bert van der Spek valt bij: “Downloads hebben vooral de cd winkels genekt. Voor de vinylwinkels zijn het vooral de lp aankopen op internet die het ons moeilijk maken. Tot een zekere hoogte snap ik het nog: Als je in Pijnacker woont, kan je net zo goed een plaat bij Bol.com bestellen. Aan de andere kant: als iedereen in de regio Zuid Holland meer naar de lokale winkel zou gaan, dan zou de handel wél floreren. Er wonen mensen in Loosduinen die het centrum al te ver weg vinden en hun spullen via internet bestellen. Dat zijn dezelfde mensen die roepen dat het zo zonde is dat al die leuke, kleine winkeltjes uit hun buurt verdwijnen. Ik denk dan: ‘Ga er dan ook heen!’ Bij buitenlanders zie je die verbondenheid veel meer, die hebben dat wél voor elkaar over.”

 

Toekomst

De muziekindustrie mag het dan moeilijk hebben, de opleving van vinyl biedt nieuwe kansen aan de platenhandel: “Een paar jaar geleden zat ik in mijn maag met die ouwe hap die er stond”, herinnert Van der Spek zich. “Ik kreeg de indruk dat ik het op deze manier niet ging redden. Maar toen kwam er ineens een groep tieners en twintigers binnen die dat spul kochten. Dat heeft mij eigenlijk wel een beetje gered”. Grote zorgen voor de toekomst heeft hij dan ook niet meer: “Over vier jaar krijg ik AOW en dan komt er maandelijks wat bij. Dan kom ik wat ruimer in de reserves. Kan ik misschien eens een dagje laten vallen. Helemaal stoppen zie ik voorlopig nog niet zitten, al denk ik dat de werklust rond mijn zeventigste wel over is. Maar je weet nooit. Mijn opa werkte tot zijn tachtigste en in de Weimarstraat sjouwde de eigenaar van De Winkel tot zijn eenentachtigste nog met platen. Ik zie mijn kinderen dit in elk geval niet voortzetten. Ze vinden deze winkel wel leuk, maar ook niet meer dan dat. Het zou jammer zijn als de laatste platenzaken wegvallen, maar ja, we zijn ook niet zo piepjong meer.”

Ramesh Soekhoe verwacht echter dat de platenzaak nooit helemaal uit het Haagse straatbeeld zal verdwijnen, maar voegt daaraan toe dat de industrie wel voorzichtig met het medium vinyl om moet springen: “Nu zien de maatschappijen de lp’s als melkkoe. Dat merk ik al aan de kwaliteit van de aangeleverde platen. Je ziet meer stof en hoort meer tikken. Toch denk ik niet dat het veel slechter wordt, want muziekliefhebbers hebben meer macht dan je denkt. De kwaliteit van de “Back To Black” persingen wordt bijvoorbeeld steeds beter, nadat er in het verleden veel klachten over zijn geweest. Voor het stijgen van vinylprijzen ben ik niet bang. Mocht dat toch gebeuren, dan is dat pure gierigheid van de maatschappijen. Het persen van een lp is de laatste jaren nauwelijks duurder geworden. Maar de investering in nieuwe lp’s is natuurlijk een fors bedrag. Als je geen geldschieter hebt die dat voor je financiert, is het moeilijk overleven in Den Haag. Je kunt er misschien wel elke maand van leven, maar de investering verdien je, denk ik, niet terug.” Toch eindigt de eigenaar van Vinyl Grove zijn betoog positief: “Er zal de komende jaren vast wel een vinylwinkel bij komen. Dat moet haast wel. Een grote stad als Den Haag kan niet zonder muziekwinkel. Kijk maar naar de afdeling van Velvet die volgend jaar januari opent bij Paagman op de Korte Poten. Ik juich dat toe. Hoe meer zaken er zijn, hoe meer mensen een rondje langs al die winkels zullen maken!”

Tags:  

Leave a reply