Het “Vaarwel” van Bral volledig volwassen

DEN HAAG – De boom staat nog in de kamer, maar de vraag “waar gaan we in het nieuwe jaar naartoe?” dringt zich al langzaam aan ons op. De laatste dagen van het jaar worden vooral gebruikt om terug te kijken op de voorbijgegleden twaalf maanden. Op tv strijden Youp en Guido om Neerlands gunst, maar de Haagse regio heeft Sjaak Bral. Voor de achttiende keer op rij zegt deze cabaretier “Vaarwel” tegen het afgelopen jaar. “Ik ben er op een hele rare manier ingerold, maar daardoor heb ik wel leren zwemmen.”

 

Je bent begonnen als stand up comedian. Wanneer kwam het moment dat je dacht: “de oudejaarsconference is wel iets voor mij?”
“Als stand up comedian verzin je de hele dag grappen. Achttien jaar geleden dacht ik: ‘Ddie grappen, die eigenlijk heel leuk, maar aan de actualiteit gebonden zijn, is het niet leuk die nog eens aan het eind van het jaar te vertellen?’ Hierbij helemaal niet gedacht dat dit eigenlijk een oudejaarsshow was,  ik had meer een stand up conference in mijn hoofd. Maar ik merkte al snel dat grappen die in januari leuk zijn, in december weinig meer deden. Vanaf dat moment was ik nog wel een paar jaar bezig om er wat van te maken. Dus die eerste shows, net als met schaatsen, ga je eigenlijk op je bek. Pas de laatste vijf jaar heb ik echt het idee dat het wat voorstelt”.

 

Maar je hebt er inmiddels al achttien gemaakt?
“Ik voel me ook achttien, wat de oudejaarsconference betreft. Dat is echt zo. Ik begon bij nul en nu ben ik een jonge vent, een jonge God eigenlijk, die nog jaren mee kan. Maar die eerste twaalf à dertien jaar waren zéér wisselend. Bij vlagen geniaal, maar bij vlagen ook verschrikkelijk. Ik wil niet beweren dat het slechte shows waren, voor het publiek waren ze fantastisch, maar ik voelde dat er veel meer inzat. Zoals Youp het zegt: ‘Het maken van een oudejaarsconference is een vak’. Het is een fucking ambacht! Ik ben er op een hele rare manier ingerold, maar daardoor heb ik wel leren zwemmen. Veel collega’s proberen het, maar gaan kopje onder. Onlangs sprak ik Theo Maasen en die zei: ‘Ik vond het zo leuk, ik doe het nooit meer!’ Hij was er helemaal klaar mee. Al sinds juni had hij nachten lang wakker gelegen.”

 

Je zei net dat de verzameling grappen uit januari in december niet veel meer deden. Is de oudejaarsconference dan eigenlijk een samenvatting van het laatste kwartaal van een jaar?
“Ja, er zit veel meer actualiteit in vergeleken met de rest van het jaar.”

 

Merk je dat ook aan de suggesties uit de zaal?
“Ja. Een oudejaarsconference is een voorstelling waarbij je het moet hebben van de actualiteit en de actualiteit van dit moment is veel belangrijker dan die van januari. Iemand die nu overlijdt is veel interessanter dan Wubbo Ockels. Dat is alweer veel te lang geleden. Hij hoort wel in de conference, maar hij heeft verder niet veel meer te maken met de dingen die nu interessant zijn”.

 

Houd je dan ook het hele jaar de actualiteit bij, of begin je pas ergens eind april?
“Ik hou het hele jaar bij tot oktober. Die maand ga ik schrijven, november is inspelen en december is spelen. Dat is ongeveer wat ik ieder jaar doe. Aan de muziek voor mijn liedjes begin ik al voor de zomer. Na de vakantie ga ik die ideeën uitwerken, zodat ik uit de acht melodietjes die er zijn een stuk of vier kan kiezen die ik passend vind bij een bepaald nummer of onderwerp. Een beetje vooruitwerken moet, dat is wat ik bedoel met Het Ambacht. Je kunt niet op het laatste moment zeggen: ‘Ik ga nog even dit of dat doen’. Dat werkt niet.”

 

Je zet het fundament van de voorstelling, maar de actualiteit blijf je finetunen tot de laatste avond?
“Ja, natuurlijk. Zo’n afperser van John de Mol zat er in oktober nog niet in. Overigens wel een fantastisch woord: ‘Afpersopa’. Tegenwoordig hebben we overal een woord voor, zoals ‘Kalifaatgezin’ of ’Jihadganger’, bijvoorbeeld.”

 

Sjaak Bral 1

 

In hoeverre draagt een conferencier nog bij aan de publieke opinie?
“Je bedoelt of het zin heeft?”
Eigenlijk wel, ja…
“Nul en generlei waarde. Uiteindelijk is een cabaretier een hofnar, of een pop van Jan Klaassen. Je mag zeggen wat je wilt, maar je moet vooral niet de illusie hebben dat mensen daardoor hun gedrag veranderen. Ik begin dit jaar met de opmerking: ‘Welkom bij deze live groepsapp’ en dat is het eigenlijk ook. We zitten met elkaar te praten over “de zaken” en daarna gaan we weer naar huis toe. Ik hoop wel dat de mensen er wat van opsteken, maar ik heb niet die illusie.”

 

Had je die illusie wel toen je destijds begon?
“Nee, ik doe dit niet om mensen te veranderen, maar vanwege de innerlijke noodzaak om dingen te vertellen. Dat kan bij mensen misschien iets veroorzaken waardoor ze denken: ‘Daar heeft hij wellicht gelijk in’, maar ik kan dat niet ambiëren. Ik kan toch niet jouw gedachten veranderen? Ik kan hooguit vertellen hoe ik over iets denk en dat kan jij leuk vinden of niet. Maar het is niet zo dat ik de illusie heb dat ik de wereld kan veranderen. Ik ben geen wereldverbeteraar”.

 

Maar het kan zijn dat iemand zegt: “Zo had ik het nog niet bekeken”.
“Dat kan. Bij ieder optreden gebeurt het dat iemand zegt: ‘Als je er zo over praat, dan zie je het toch ineens anders’. En dat is natuurlijk mijn taak. Ik ben het cabaret ingegaan om mensen anders te laten denken.”

 

Nu spreek je jezelf tegen. Net zei je nog dat jouw werk nul en generlei waarde had.
“Nee, het is niet helemaal zinloos, maar het is wel zinloos om te denken dat het zin heeft. Ik weet zeker: ik ben Don Quichotte, ik strijd tegen windmolens. Ik wil de wereld laten zien dat zij in dwaling verkeert, zoals Cervantes dat schreef. Eén iemand die iets probeert zal meer bereiken dan duizend mensen die nooit wat proberen. Maar ik heb geen wereldverbeteraarsmentaliteit. Daar word je ook helemaal niet vrolijk van, als je ziet dat het helemaal geen moer uithaalt.”

 

Je moet het allemaal niet te serieus willen nemen?
“Nou ja, ik neem mijn vak, de humor, heel serieus! Waar andere mensen om lachen, zit ik een uur op te zweten. Op de grap zelf, maar bijvoorbeeld ook de constructie ervan. Daarnaast moet je aanvoelen of een grap aankomt in de zaal of niet. Dat is echt een vak en dat neem ik heel serieus. Zodra mensen lachen is mijn werk eigenlijk gedaan. Dan ben ik al weer bezig met de volgende grap.”

 

Is het net als het schrijven van een column? Mensen lezen zo’n stukje in twee minuten en hebben het idee dat jij het net zo snel hebt neergeschreven. Terwijl er soms vier uur denkwerk in zit…
“In feite is dat het beste. Mensen denken vaak: ‘Dat schudt hij zomaar uit zijn mouw’, maar dat kan niemand! Ik ben ooit in het archief van het Nationaal Theater Instituut geweest en daar kan je de teksten zien die Toon Hermans schreef voor zijn voorstelling. Hij heeft, tot op de laatste komma, iedere zin uitgedacht. Die staan zo in het script, dat heeft hij uit zijn hoofd geleerd en daar is hij nooit vanaf geweken. Mensen zeiden altijd: ‘Hij verzint het waar je bij staat!’ maar nee, over alles is nagedacht. Zelf zeg ik altijd: ‘Ik doe alles spontaan, maar ik heb er eerst over nagedacht!’”

 

Hermans oefende zelfs de ontvangst van het slotapplaus voor een lege zaal.
“Klopt. Hij deed dertig complete voorstelling zonder publiek en zo timede hij zijn grappen. Dat vind ik knap. Hermans was een vakman hoor! En kijk, daar heb je het weer: zo ben ik van het te makkelijk gedachte idee van die stand up comedy terecht gekomen in een uitermate boeiend, maar ook ingewikkeld vak.”

 

Bral gitaar

 

Ooit begon de oudejaarsconference als een politieke terugblik op het voorbije jaar. Guido Weijers brengt komende oudejaarsavond een maatschappelijk betrokken show, maar mijdt de politiek. Onder het motto: “Er was iemand die het beter kon” biedt ook Youp weinig podium voor Den Haag en Herman Finkers heeft nu al aangegeven volgend jaar de politiek links te laten liggen in zijn oudejaarsshow. Is er nog wel een rol voor politiek in de oudejaarsconference?
“Ik vind het aperte onzin om te zeggen dat politiek niet thuis hoort in een oudejaarsconference. Ik snap Youp wel wanneer hij zegt dat er iemand was die het beter kon, maar je kunt het ook anders doen. Politiek hoort in een oudejaarsconference. Het is alleen een tiende deel geworden, het is niet meer avondvullend. Mensen volgen het ook niet meer, het interesseert ze geen moer. Vroeger kon je uren praten over Norbert Schmelzer, maar wie zegt Halbe Zijlstra nog iets? Ik vroeg het laatst aan een zaal, maar de helft had geen idee. De hele politiek is veel te afstandelijk geworden. Wat dan wel weer een teken is dat het te goed gaat in dit land.”

 

Maar is die kloof de schuld van de politiek of de burger?
“Van allebei. Mensen hebben al heel snel de houding: ‘Ze doen toch wel wat ze willen!’ Diegenen die ontevreden zijn stemmen PVV en de mensen die nog een beetje hersens hebben stemmen dan GroenLinks of D66. De rest doet maar wat. Daarom zitten we met dat vreselijke midden van PvdA en VVD. Iedereen blijft hetzelfde stemmen, dus verandert er ook nooit wat. Ik denk dat dat komt omdat het te goed gaat in dit land. Politiek heeft niet meer die functie van vroeger. Er is niets meer dat moet worden bevochten, het gaat eigenlijk om details. Dat idee hebben mensen, maar tegelijkertijd wordt natuurlijk het hele land afgebroken door de regering. Alleen komen we daar altijd pas achter als het te laat is, met je zorgwet en je participatiesamenleving. In feite zegt de overheid: ‘Zoek het allemaal zelf uit, wij gaan niets meer betalen!’. Ik denk dat dit een heilloze weg is. Ik denk dat politiek nog wel degelijk betekenis heeft, maar je zult je moeten richten op die paar mensen die dat nog vinden, want er zullen er een heleboel zijn die er inmiddels anders over denken. Ik kan een heel interessant exposé houden over de huidige val van Diederik Samson, maar de enige die het interesseert is waarschijnlijk zijn moeder.”

 

Is er, op het gebied van politiek bewustzijn, verschil tussen het schouwburgpubliek en de televisiekijker?
“Nee. Ik heb een heel raar publiek wat dat betreft. Theaterdirecteuren vertellen mij vaak hevig verbaasd: ‘Theo Maasen heeft een eigen publiek, Brigitte Kaandorp heeft een speciaal publiek, maar jij pakt ze allemaal!’ Bij mij zitten meisjes van dertien met een piercing, maar ook stratenmakers en hartchirurgen. Het is een heel gemêleerd gezelschap en dat merken we op televisie ook. Het spreekt heel veel mensen aan. Van agent tot crimineel, iedereen vindt het leuk om naar te kijken. Wat dat betreft ben ik gezegend, want dat is het mooiste publiek dat je kunt hebben. Ik ben helemaal niet geïnteresseerd in een speciaal segment. Ik wil ze allemaal hebben!”

 

Bral champagne

 

Drie jaar geleden bracht je een wijziging aan in je show: de vaste begeleidingsband werd vervangen en de blokjes met kort nieuws verdwenen uit de show. Why change a winning team?
“De rek was er een beetje uit. Als je merkt dat het routine wordt moet je ermee kappen of vernieuwen. Dus ik heb iedereen ontslagen die erbij betrokken was, behalve mezelf. Dat was juridisch niet rond te krijgen. Daarna ben ik opnieuw begonnen met een nieuwe regisseur, nieuwe muzikanten, andere techniek, noem het maar op. Het voordeel daarvan is dat je jezelf eigenlijk weer op nul zet en dat werkt heel inspirerend. Je moet als het ware opnieuw het wiel uitvinden. En wat we hadden was een hele goede show, maar ik was wel klaar met de manier waarop we het deden. Ik heb een enorme vernieuwingsdrang. Niets is heilig, niks blijft, alles verandert. Ik vind dat zelf ook helemaal niet erg. Maar als je merkt dat de omgeving waarmee je werkt niet met je mee wil, dan moet je er afscheid van nemen. Eén constante in mijn leven: als ik ergens geen lol meer in heb, dan kap ik er gelijk mee. Dat geldt voor relaties tot werk, alleen voor familieleden niet. Het moet natuurlijk niet op werk gaan lijken, dus moet je gaan zorgen dat het weer uitdagend is. Dat je ’s nachts wakker ligt en denkt: ‘Zal het wel gaan lukken met oudjaar, dit jaar?’ Dan ben je volgens mij goed bezig.”

 

Dus over een paar jaar kan het zomaar afgelopen zijn?
“Het is heel simpel, ik vroeg laatst aan de jongens van Golden Earring: ‘Hoe lang gaan jullie nou eigenlijk nog door?’ Toen zei Cesar: ‘Zolang we het zelf leuk vinden en zo lang er publiek zit gaan we door’. Voor mijn geval geldt dat ook. Het heeft te maken met succes en populariteit. Als mensen het op een kwade dag gehad hebben dan stop ik er toch lekker mee? Ik zit daar helemaal niet mee! Ik heb nooit geambieerd om het cabaret in te gaan, dus ik vind het ook helemaal niet erg om er weer uit te stappen. Daar ben ik heel nuchter in. Ik vind het gewoon ontzettend leuk om te doen, maar dat kan volgend jaar anders zijn. Nu is de oudejaarsconference natuurlijk wel een traditie die ik, samen met het publiek, erg leuk vind. Die traditie blijft wel. Maar daarbinnen blijf ik natuurlijk dingen veranderen.”

 

In 2011 schreef je de conference van dat jaar aangepast te hebben vanwege het overlijden van een goede vriend. In hoeverre mag het persoonlijke jaar van de cabaretier verweven worden met een oudejaarsconference voor een breed publiek?
“Je kunt een jaar dat bestaat uit feiten en gebeurtenissen natuurlijk persoonlijk maken door je eigen ervaringen mee te nemen. Ik hoorde pas vijf dagen later van de MH17 ramp. Ik was er niet, ik zat in het noorden van Canada en was buiten bereik van iedere telefoon. Zoiets neem je natuurlijk wel mee in je verhaal. Dit is wel de meest persoonlijke show tot nu toe. Dat is ieder jaar erger geworden, heb ik gemerkt. Maar de mensen vinden het leuk en ik vind het zelf ook leuk om te vertellen hoe mijn jaar geweest is. Wees niet bang: de voorstelling is heel vrolijk, tot ik begin over de MH17. Dan valt de zaal ineens helemaal stil.”

 

Hoe is die dynamiek voor jou als cabaretier?
“Als je daar staat is het héérlijk. Tenminste, als je er mee om weet te gaan. Dat heb ik natuurlijk ook moeten leren. De lach, dat lukt wel. Maar verstilling is een ander vak. En hoe krijg je ze daarna weer aan het lachen? Humor is natuurlijk gewoon de lach die volgt op de traan. Uiteindelijk is humor altijd bedoeld om met zijn allen weer een beetje te kunnen lachen om iets wat eigenlijk helemaal niet om te lachen is. Zo’n John de Mol die wordt afgeperst is niet om te lachen, maar je kunt er wel leuke grappen over maken. Je gebruikt die lach, in mijn geval, om te proberen weer iets verder te komen met zijn allen.”

 

“Zweef Nederland Zweef” heeft de nationale radio gehaald. Tot nu toe was jouw hoogtepunt van Vaderlands Roem een kerstliedje. Brengt dit nummer daar verandering in?
“Ik denk niet dat ik daar nationaal bekend mee ga worden. ‘Zweef’ kan alleen dit jaar, daarna is het weg. Het is een cabaretlied uit een oudejaarsconference, gebonden aan de tijd. Dat hebben al die conferences: een tijd waar ze aan vastgebakken zitten. Al die onderwerpen horen bij dat jaar. Dat vind ik ook het mooie, het is na 31 weg december en komt nooit meer terug. Er komt weer wat nieuws voor in de plaats. Maar het is natuurlijk wel de reden waarom veel cabaretiers geen oudejaarsconference willen maken: ze zijn hun materiaal kwijt. Normaal kan je daar twee seizoenen mee spelen, maar ik tour zo’n twee a drie maanden. Dat is natuurlijk enorme kapitaalvernietiging als het gaat om tekst en grappen, maar het heeft ook iets moois. Het is net als een enorm vuurwerk. Dat duurt ook maar vijftien minuten en daarna is het weg.”

 

Is de oudejaarsconference een uitstervend ambacht waarvoor steeds minder vaklieden te vinden zijn?
“Ik ben één van de weinigen die dit nog doet, natuurlijk. Ik ben de enige die er achttien heeft gemaakt, dat is zelfs Wim Kan niet gelukt. Die heeft er maar elf of twaalf gemaakt.”

 

Bral Politiek

 

Over Kan gesproken: Jouw oudejaarsconference begint altijd met een deel waar je over het podium wandelt en wat algemene grappen de zaal in slingert. Zodra je gaat zitten en een slokje champagne tot je neemt, is het tijd voor politiek. Die stijl doet erg aan Kan denken.
“Ik ben schatplichtig aan Wim Kan, ik zal de laatste zijn om dat te ontkennen. De vorm die hij had om politiek te bespreken, op dat stoeltje met die mensen in de zaal… Ik heb daar mijn eigen weg in gevonden, maar die vorm is helemaal van hem. Ik gebruik Wim Kan wat dat betreft echt als inspiratie. En wat is inspiratie? Het zweet van je voorganger! Iemand die ergens onwijs lang op heeft zitten blokken en daar mag jij dan wat mee doen.”

 

Is dat een hommage aan Kan of aan de vorm van de conference?
“Dat laatste. Niemand zit te wachten op een hommage van mij aan Wim Kan, maar die vorm is erg goed. Wim Kan had het de hele avond over politiek en ik niet. Bij mij is het maar een onderdeel van de show, het loopt er een beetje doorheen.”

 

Heb je zelf nooit de ambitie gehad je conference landelijk te brengen?
“Het is heel simpel: die vraag is nooit gekomen, anders zou ik er over nadenken. Maar als ik héél erg de ambitie had gehad, zou ik wel proberen links of rechts een lijntje te leggen in Hilversum. Dus dat heb ik kennelijk niet. Dat heeft voornamelijk te maken met het feit dat ik heel eigenwijs ben. Ik wil mijn eigen rechten houden. En alles wat je uitzendt op televisie, daar wil de omroep de rechten van. Maar ik ben artiest, het enige dat ik heb zijn mijn rechten! Dat hele Hilversum is een slangenkuil. Ik vaar mijn eigen koers en als er iets op mijn weg komt, dan is dat mooi meegenomen. Maar die koers houdt niet in dat ik per sé op landelijke televisie moet. Bovendien: de tijd is natuurlijk al lang ingehaald, want mijn oudejaarsconference wordt bekeken door zeshonderdduizend mensen en die wonen echt niet allemaal in Den Haag! Die kijken door het hele land digitaal naar de regionale zenders en dus ook naar TV West. Die zien daar ieder jaar de kijkcijfers enorm stijgen. Tot slot is er ook nog internet, dus moet ik dan nog per sé bij de VARA of in Hilversum gaan zitten? Het is voor mij toch voornamelijk een theater ding. Er komen ieder jaar dertienduizend mensen kijken en daar doe ik het voor. Dat vind ik toch het leukst!”

Leave a reply