In Doodsangst Onder De Trap

DEN HAAG – “Merkwaardige omstandigheden”. Deze uitdrukking gebruikt Herman de Bats (93) regelmatig als hij herinneringen ophaalt aan de oorlogsjaren van zijn jeugd. Tussen Dolle Dinsdag en de bevrijding hield de geboren Hagenaar een dagboek bij dat nu is uitgegeven. “Het was een idee van mijn dochter om dit te publiceren. Ik heb haar nooit daartoe aangespoord.”

Het originele oorlogsdagboekje van Herman de Bats stond jarenlang onopvallend in zijn boekenkast. Hij begon erin te schrijven begin september 1944, vlak voor Dolle Dinsdag. “De mensen dachten dat de oorlog voorbij was”, weet De Bats nog. “NSB’ers sloegen op de vlucht en hun bezittingen werden uit huizen gegooid. Toen vonden we dat fantastisch. Maar de bevrijding kwam niet en de Duitsers waren woest. De angst voor represailles was in die tijd groot. Ik ben vanaf dat moment tot het eind van de oorlog ook niet meer de straat op geweest.”

Vanaf die dag is het dagboek voor De Bats een uitlaatklep. Gedetailleerd beschrijft de dan 19-jarige Herman de situatie van het gezin, dat in die periode woonachtig is in de Appelstraat. Verhalen over voedselgebrek (“Ik viel die winter tien kilo af”), de V2 raket die neerkwam op de Indigostraat (“Wij zagen hem kronkelend ons huis overgaan. Een paar uur eerder hadden de mensen elkaar net gelukkig nieuwjaar gewenst”), maar vooral ook de angst om opgepakt te worden door de Duitse bezetter. De boektitel ‘Onder de Trap’ verwijst hier naar. “Ik ben er goed vanaf gekomen”, erkent De Bats, die begin jaren zestig Den Haag verruilde voor Bloemendaal. “Dankzij een loze ruimte onder de trap in één van de slaapkamers. De ingang naar deze berging hadden wij mee behangen, dus als er een razzia in de straat was, kropen mijn broer Jan en ik onder de trap en werd er een kast voor het behang gezet. Dat was voor ons altijd een doodeng moment; zo’n Duitse soldaat op dertig centimeter afstand van je en door een kier zie jij die grote, zwarte laarzen. Dat vergeet je nooit meer.”

Het gezin De Bats, waar Herman in 1940 als 15-jarige toebehoorde, begon de oorlog aan de Haagse Papegaaienlaan. De aanleg van de tankgracht dwong de familie eind 1942 te verhuizen. “Sperrgebiet noemden ze dat”, herinnert De Bats zich. “Per paard en wagen, die we hadden geleend van de melkboer, zijn we toen met onze boedel heen en weer gegaan naar de Van Diepenburchstraat. Daar konden we een tijdje blijven, maar in 1943 moesten we ook daar weg. Toen zijn we in de Appelstraat terecht gekomen.”

Naast schrijven in zijn dagboek, tekent De Bats zijn oorlogsbelevenissein er dat laatste jaar ook letterlijk in op. Uiteindelijk krijgt het geschrift een plekje in zijn boekenkast, waar het zwarte kleinood zo’n aantrekkingskracht heeft op dochter Hedy, dat Herman in 2004 besluit het haar cadeau te doen. In de overtuiging dat dit verhaal niet verloren mag gaan voor toekomstige generaties, besluiten vader en dochter nu het in boekvorm te publiceren. “Dat was nog een enorm karwei”, grapt de nog zeer kwieke de Bats, “want ik moest alle pagina’s overtypen op mijn eigen typemachine. Mijn dochter kon mijn handschrift niet lezen.” Het eindresultaat van ‘Onder de Trap’ bevat niet alleen de dagboekteksten, maar ook de originele illustraties van Herman de Bats. Het is verkrijgbaar bij de Haagse boekhandel Couvée of te bestellen via boekscout.nl

 

Herman en dochter Hedy zijn trots op het eindresultaat.

 

Leave a reply