Meerkoettragedie

“Zo is de natuur nou eenmaal”, sprak mijn vrouw geruststellend, maar echte troost kon ik niet uit haar woorden putten. Natuurlijk was ik slechts getuige geweest van een familiedrama op microformaat, maar mijn zachtaardig karakter kon de wreedheid der elementen in deze maar moeilijk accepteren.

Vele weken had ze daar bewegingsloos gezeten in haar hoekje van de Hofvijver. Stromende regen of brandende zonneschijn onderging ze, ter bescherming van haar toekomstig kroost, zonder enige zichtbare vorm van protest. Ondertussen zorgde manlief ijverig voor het onderhoud van hun eenvoudig geïmproviseerde liefdesnestje, terwijl ondergetekende zijn steentje probeerde bij te dragen door de aanstaande moeder geregeld wat verse stukjes oudbakken brood op het nest te bezorgen. Naarmate de weken vorderden, de Hofvijver werd omringd met nieuw leven en de lente op het punt stond zich over te geven aan de zomer, ging ik me steeds meer afvragen of haar werk nog wel enig nut had. Het uitbroeden van vijf eieren had zij zich ten doel gesteld, maar het begon er op te lijken dat haar opofferingen tevergeefs waren…

Het werd zomer en eindelijk brak de langgekoesterde dag aan dat moeder Meerkoet haar jonge kroost in de vleugels mocht sluiten. Het was geen mooie dag om het eerste levenslicht te zien: de regen viel met bakken uit de hemel en moeder deed haar uiterste best om haar tere donsbolletjes warm en droog te houden onder een dikke verendeken. Vader zwom ondertussen tientallen kilometers rond het nest om ongewenst geboortebezoek op grote afstand te houden. Eend, meeuw, Nijlgans of zwaan: hij pikte op ongenode gasten in met de wetenschap dat het leven van zijn jonge gezin er vanaf hing.

Zodra het weer het toeliet, grepen vader en moeder de kans aan om hun kroost de elementaire beginselen der edele zwemkunst bij te brengen. Keurig opgesteld in een rij verlieten de kuikens hun veilige haven voor de eerste spetters in de residentiële vijver. Dicht bij elkaar blijven was het devies, want afdrijvers werden direct in het dons gegrepen en door vader terug gedirigeerd richting zwemklas.

Moeder deed haar uiterste best om haar tere donsbolletjes warm en droog te houden onder een dikke verendeken.

Als dit verhaal een sprookje zou zijn, leefde de familie Meerkoet nu nog lang en gelukkig. Maar helaas: sprookjes bestaan niet en Moeder Natuur is van huis uit net zo wreed als de Boze heks in Doornroosje. Waar wij mensen vijf kleine meerkoetkuikens als een schattig schouwspel ervaren, worden deze wezens door hun mede Hofvijverbewoners vooral gezien als smakelijke éénhapsamuses op een nestje van gras en verse bladeren. Ondanks al zijn moeite kon vader niet voorkomen dat hij binnen 48 uur gezinshoofd was van een modaal tweeoudergezin met twee kinderen. Een nacht later had het stel nog maar één snavel te voeden. Het enige lichtpunt in deze tragedie was dat het overgebleven jong de volledige toewijding van zijn ouders genoot en zo geen kans zag om in een onbewaakt ogenblik aan het ouderlijk gezag te ontsnappen. In de weken die volgden groeide het jong als kool en langzaam begon het zijn donzen lichaamsbeharing in te ruilen voor een écht verendek.

Doch, helaas: sprookjes bestaan niet en Moeder Natuur is van huis uit net zo wreed als de Boze heks in Hans en Grietje. Een nachtelijke storm boven Den Haag bracht een abrupt en definitief einde aan dit prille gezinsgeluk. Direct nadat de muur van hagelstenen was afgebroken, begon het meerkoetmannetje zijn verwoede pogingen het nest te repareren. Ondertussen zwom zijn vrouw als een kip zonder kop haar rondjes binnen een straal van vijf meter bij het nest. Maar hoe zij ook zocht: van het laatste jong der meerkoetnest werd nooit meer iets vernomen.

En daar zit ze nu doelloos op haar nest in de hoek van de Hofvijver. Ondertussen zorgt manlief ijverig voor het onderhoud van hun eenvoudig stulpje. “Zo is de natuur nou eenmaal”, sprak mijn vrouw geruststellend. En tóch is dat niet altijd een troostende gedachte…

Leave a reply