Onderdruktheorie

“Nee, zet het pakket maar gewoon neer!” hoor ik de stem van overbuurvrouw Kelly door de straat schallen als ik terugkom van een drukke dag zwoegen voor mijn vitale broodheer in levensmiddelen. Ik parkeer mijn rijwiel in de gemeentelijke fietstrommel en wandel nieuwsgierig naar de voortuin van deze kapster, die nu verplicht thuiszit en haar opgelegde vrije tijd blijkbaar vult met online winkelen. “Natuurlijk is het goed bedoeld en ik wéét dat het zwaar is, maar zet het nou gewoon neer en blijf uit mijn buurt”, oreert ze tegen de pakketbode bij het hekje. Mokkend deponeert deze de kolossale doos op de grond, waarna hij zuchtend terugloopt naar zijn busje. “Ja, het zijn die handschoenen, weet je?’, excuseert Kelly ongevraagd. “God mag weten wat hij daarmee vandaag allemaal heeft vastgepakt en dan vraagt hij zomaar of hij het pakje even in de hal moet zetten. Is hij gek geworden of zo?”

Nog voor ik iets zinvols kan bedenken doemt achter Kelly de verschijning op van haar vriend Nick, barkeeper in een drinkhol buiten de stad. Het is een vreemd stel, want politiek gezien belichamen zij het uitersten van twee geloven op één kussen, maar dankzij de spanning die het dagelijks thuiszitten met zich meebrengt, voldoen zij momenteel keurig aan de statistisch gesignaleerde toename van huiselijk geweld.

“Staat die rioolrat je weer uit te horen?”, gromt Nick, die weet dat ik soms wat kleinigheden uit het dagelijks leven aan bedrukte vellen papier toevertrouw. “Ken jij eigenlijk iemand met Corona?”, roept hij vanuit zijn deurpost. “Youp van het Hek en Prins Charles”, antwoord ik. “Nee!”, bijt hij me op anderhalve meter afstand toe. “Ik bedoel: ken jij persóónlijk iemand met Corona?” Ik schud het hoofd. “Nou, dát bedoel ik dus”, grijnst hij triomfantelijk. Verward kijk ik hem aan. “Het bestáát gewoon niet”, begint hij met een sarrend toontje in zijn stem, “Dat hele Corona en die ophokplicht zijn door de overheid verzonnen om zonder pottenkijkers aan het 5G netwerk te kunnen bouwen.”

“Ik geloof best dat er veel wordt beslist in achterkamertjes”, breng ik voorzichtig tegen zijn suggestie in, “maar ik geloof niet dat politici bij hun aantreden op het Binnenhof meteen deel uitmaken van een geheim genootschap dat uit is op het onderdrukken van de bevolking. Bovendien staan de kranten elke dag vol met foto’s van Corona slachtoffers.” Voor deze laatste opmerking haalt de buurman letterlijk zijn neus op. “Allemaal gemanipuleerd door die staatsmedia van jou”, briest hij. “Geloof mij nou: binnenkort moeten we ons verplicht tegen dit verzonnen virus vaccineren en krijgt iedereen stiekem een microchip ingespoten die overal uitgelezen kan worden. Dát is het plan dat nu wordt uitgewerkt. En alle bezorgde burgers zitten ondertussen gedwongen thuis. Wanneer heb jij voor het laatst een geel hesje of boze boer op het Malieveld gezien? Allemaal de mond gesnoerd met die zogenaamde noodmaatregelen. Nee, over tien jaar geldt die dictatuur voor ons allemaal!”

Met een lichaam vol onbegrip stampt Nick zijn hal uit en pakt het achtergelaten pakket van de stoep. Met de zware last in zijn handen kijkt hij me aan en sneert: “Dáár zou je nou eens iets over moeten schrijven!” Glimlachend antwoord ik: “Nee, sorry, met zo’n verhaal kan ik écht niet bij onze uitgever aankomen. Hij zou er geen cent voor geven.”

Leave a reply