Shirtpolitie

Heeft u ook zo’n medelijden met de heren van de Primark? Nee, ik heb het niet over het mannelijk verkopersgilde dat tegen betaling deze hysterische textielhel in stand houdt, maar over de getergde jongemannen die, omwille van een harmonische relatie, door hun vrouw of vriendin naar dit modeparadijs worden meegesleept. Gelukkig is er voor deze laatste categorie een toevluchtsoord gecreëerd binnen de muren van de reeds genoemde kledinggigant. Het bevindt zich onder de roltrappen en biedt dankzij een strategisch geplaatst raam fraai uitzicht op de wandelaars over het Spui. En andersom, want wie vanaf de straat bij de kledingwinkel naar binnen kijkt, trakteert zichzelf op een volmaakte observatie van de mannelijke Homo Sapiens in tijdelijk uitgebluste staat van bewustzijn. Het is een kijkje op het dierenrijk dat we sinds de sluiting van de Haagse dierentuin niet meer binnen onze stadsmuren hebben gezien. Ik loop er dan ook graag een blokje voor om.

Uiteraard is al dit leedvermaak gebouwd op de wetenschap dat óók ik meerdere keren per jaar de drempel naar dit megalomane modemagazijn aan het Spui moet oversteken. Gelukkig zijn mijn vrouw en ik een bezoekersregeling overeengekomen die zich beperkt tot een maximum van één keer per zes maanden, met de uitgesproken voorkeur voor een vroege doordeweekse ochtend. Deze dinsdag is het weer eens zo ver, maar in tegenstelling tot mijn hierboven omschreven soortgenoten, snuffel ik wél volgzaam tussen de breed gesorteerde kledingrekken, in de hoop dat er voor die paar Euro’s iets tussen zit dat ik minimaal één jaar zonder al te veel imagoschade op mijn lichaam kan dragen.

Vandaag blijkt inderdaad zo’n zonderling geluksdagje te zijn en ook mijn eega raapt in razend tempo een fleurige zomergarderobe bij elkaar. Tijd genoeg dus om thuis de verworven stukken op te ruimen en ons om te kleden voor de volgende bestemming aan de Kerketuinenweg, waar een huisdierenbenodigdhedenparadijs is gevestigd dat ik altijd zo rechtlijnig mogelijk doorkruis, uit angst om te bezwijken voor de pluizige charmes van rondhuppelende konijntjes. In de Kattenstraat stellen mijn vrouw en ik voor de komende tijd het diner van onze viervoeters vast en volgepakt begeven wij ons naar de kassa.

Lichtflitsen weerkaatsen en alarmbellen klinken als ik even later de dierenwinkel wil verlaten. Nog voor iemand iets kan vragen, open ik mijn rugzak en keer terug naar de kassa, waar onze eigendommen één voor één aan een grondige inspectie worden onderworpen. De inhoud van mijn tas doet echter geen belletje rinkelen, waarna de blikken van zowel mijn vrouw als de dienstdoende caissière eensgezind naar mijn fris verworven T-shirt afdalen. De lokale temperatuur is aanlokkelijk genoeg om mij ter plekke van het verdachte textiel te ontdoen, maar zodra ik de eerste schijnbewegingen tot een striptease daadwerkelijk wil uitvoeren, overhandigt de dame achter de balie mij een schaar met de haastige boodschap: “Doet u dat nou maar niet. Gebruik deze liever!” Nadat het beveiligingskaartje met een enkele knip is losgeweekt van mijn shirt, passeer ik de alarmpoortjes geruisloos. Zwijgend wandelen we weer naar buiten, terwijl in mijn achterhoofd het hoongelach van al die uitgebluste jongemannen onder de Primark trap weerklinkt. De volgende keer dat mijn vrouw kleren gaat kopen, weet ik alvast mijn plaats…

Leave a reply