Rijbewijslast

“U weet dat er vermissingskosten voor uw rijbewijs worden berekend?” De stem van de gemeentelijke baliedame klonk lief, haar glimlach stond vriendelijk, maar aan haar ogen zag ik dat het niet klikte tussen ons. “Ik was er op voorbereid”, beaamde ik haar aanname. “Dat was een aantal jaar geleden ook al zo met mijn paspoort.” De nodeloze toevoeging deed haar opkijken van haar werk en op het kruispunt van onze blikvelden viel mij de gedachte in dat geen enkele film- of televisieregisseur deze loketvrouw zou hebben gecast als ambtenaar. Met haar bruine, lange haar in een nonchalante knot en een overjasje met panterprint om de schouder geslagen, kwam dit vijfentwintigjarige schepsel meer in aanmerking voor een rol als kapster. Of nagelstyliste.

“Die boete voor paspoorten is inmiddels afgeschaft”, merkte de gemeentemedewerkster op. “Al heb jij daar nu natuurlijk niets meer aan.” Schouderophalend concludeerde ik: “Sommige mensen bezitten blijkbaar een slechte timing voor het verliezen van reisdocumenten.” Het bleek geen goede grap, want de blik in de ogen van mijn gesprekspartner werd nu ronduit misprijzend. “Tja”, zuchtte ze enigszins hautain, “De meeste mensen komen hier omdat hun rijbewijs is verlopen. Dat scheelt maar één letter met jouw situatie, maar het is tekenend voor iemands karakter.” De scherpte van haar woorden deden mij tóch weer denken aan die verkapte nagelstyliste. In een poging mij te revancheren repliceerde ik: “Dat met dat paspoort lag genuanceerder.” Een spottend lachje op haar lippen vroeg om nadere uitleg.

“Een jaar of tien geleden”, begon ik aarzelend, “woonde ik nog in het ouderlijk huis. In mijn kamer stond het bed langs de muur en om de beperkte ruimte optimaal te benutten stond aan de andere kant mijn collectie lp’s. Deze rij diende als draagvlak voor een bakje met wat belangrijke papieren. Mijn paspoort lag daar ook. Altijd. Tot het moment dat ik een kopie van dit document wilde maken voor onze makelaar. Toen kon ik het nergens meer vinden. Ook niet nadat ik die hele platenrij drie keer opzij had geschoven. Dus toen mocht ik dat paspoort als vermist opgeven bij het politiebureau.” De baliedame keek nu triomfantelijk. “Zie je wel? Toch slordig!”, glunderde ze. “Het verhaal is nog niet uit”, ontnuchterde ik haar glorie. “Een paar maanden later gingen we inderdaad verhuizen. Bij het inpakken van de derde verhuisdoos vol lp’s, kwam het paspoort ineens tussen het bed en de platen tevoorschijn. Dus zo slordig was ik uiteindelijk niet. Ik kan alleen heel slecht zoeken.”

 

De gemeentelijke bepaling dat een ingeleverde pasfoto niet ouder mag zijn dan zes maanden, had ik zeker met viervoudige lengteduur overschreden.

Mijn verkapte excuus bleek onvoldoende om het gemeentemeisje te ontdooien. Streng vroeg ze op de toon van een basisschooldirectrice: “Dat was tien jaar geleden?” Ik knikte bevestigend. “Dan heb je die foto die je me net gaf voor je nieuwe rijbewijs zeker óók toen laten maken?” Een voltreffer, want de gemeentelijke bepaling dat een ingeleverde pasfoto niet ouder mag zijn dan zes maanden, had ik zeker met viervoudige lengteduur overschreden. Beschaamd stamelde ik dan ook: “Die is wel iets recenter, maar is dat een erg groot probleem?” De gemeentemedewerkster staarde naar mijn afbeelding en richtte vervolgens haar ogen enkele seconden strak op de mijne. Als koningin van de stadhuisjungle dwong zij mijn blik richting haar bureau, alsof zij de machtsverhoudingen tussen gemeente en zijn ingezetenen op deze wijze voorgoed wilde vastleggen. Daarna klonk het, verrassend vriendelijker, “Nee, het is wel goed. Met je originele rijbewijs had je deze foto ook nog acht jaar gehad.” Een zucht van verlichting ontglipte me te vroeg, want waarschuwend voegde de loketmedewerkster toe: “Voor een identiteitskaart had ik hem wél afgekeurd!” Hierop restte mij weinig anders dan schuldbewust te knikken.

Het overige papierwerk werd zwijgend afgehandeld. Enkele seconden na de laatste ratels van de printer, overhandigde de baliemedewerkster mij een formulier met de toegevoegde mededeling: “Je nieuwe rijbewijs is vanaf volgende week maandag af te halen bij het eerste loket. Deze bon heb je daarbij nodig als afhaalbewijs.” Ik pakte het formulier aan. “Verlies het niet!”, klonk het niet zonder spot. “Ik ga het proberen”, beloofde ik en maakte me snel uit de voeten. Ambtelijke molens werken soms zéér vermanend.

Dit alles is inmiddels twee weken geleden, mijn nieuwe rijbewijs kan al een week worden afgehaald. Maar ik dúrf niet meer…

Leave a reply