Splijtoogjes

Heeft u al eens bijvangstvis gegeten? Vorig jaar rond deze tijd ving ik het bericht op dat de Europese Unie een zogenaamde aanlandplicht in wil stellen, om zo te voorkomen dat schippers hun ongewenst gevangen zeevruchten terugwerpen in het water. Enkele visrestaurants in de haven zagen wel brood in deze exotische restproducten, maar ik kom helaas te weinig in Scheveningen om te weten of dit initiatief inmiddels al van de grond is gekomen.

In het buitenland lopen ze wat dat betreft mijlenver op ons voor. Nog scherp herinner ik mij die zomervakantie in Frankrijk, ruim twintig jaar geleden. De kaart van het restaurant vermeldde een ‘assiette de friture de fruits de mer’, wat eigenlijk veel te veel woorden zijn voor een verzameling minuscule gefrituurde zeevruchten. Mijn moeder had hier wel oren naar en zodoende zette zij die avond haar tanden in een ondefinieerbare zeebanketbrij. Mijn zus zag dit alles minzaam aan en tijdens het kauwen van de vijfde hap voegde ze mijn moeder op sarrende toon toe: “Zijn die oogjes ook lekker?” Verbouwereerd staarde mijn moeder naar haar dochter, keek vervolgens naar de inhoud van haar bord en schoof tenslotte het gerecht terzijde. Een reactie die haar kinderen onbedaarlijk in de lach deed schieten.

Maar wat moet u met mijn particuliere vakantieherinneringen? Wel, afgelopen week verjaarden onze katten. Moeder natuur had het tweetal voor deze gelegenheid van een glanzend zacht voorjaarsjasje voorzien en om de feestelijkheden extra luister bij te zetten, fietste mijn vrouw die middag naar de dierenwinkel in de Fahrenheitstraat met het doel enkele benodigdheden in te slaan voor twee smakelijke kattenmaaltijden. Daar viel haar oog op een noviteit binnen deze assortimentsgroep, want sinds enige tijd heeft een fabrikant van dierenvoedingsproducten zich toegelegd op de vervaardiging van een bouillabaisse voor viervoeters. Een licht verteerbare maaltijd en op het oog uitermate geschikt voor katten met een welvaartsbuikje.

Tijdens het doorroeren van de soep besloten de gezichtsorgaantjes los te komen van het ansjovislichaam…

Het bleek een schot in de roos, want het eerste zakje met zalm en kabeljauw werd die middag gulzig verorberd. “Je moet wel opletten”, waarschuwde mijn vrouw toen het ‘s avonds mijn beurt was om het diner voor te bereiden, “want er zitten flinke brokken tussen.” Om deze opmerking te kunnen duiden, moet u weten dat onze katten de gewoonte hebben om hun eten naar binnen te schrokken met de snelheid van een voortvluchtige die de politiehelikopter in de verte al hoort naderen. Vooral het mannelijk deel van ons duo heeft de kunst van het kauwen nooit volledig onder de knie gekregen en hoewel mijn vrouw en ik beiden zijn gecertificeerd voor het toepassen van de Heimlichmanoeuvre, geven we voor het welzijn van onze viervoeters de voorkeur aan de preventieve aanpak. Of, in dit geval, aanprak.

In tegenstelling tot de maaltijd die mijn vrouw eerder op de dag serveerde, bleek de soep die ik moest verdelen te bestaan uit een mengsel van tonijnsnippers en ansjovis. Vooral de filets van die laatste soort waren dermate proportioneel, dat ik de zijkant van mijn lepel ter hand nam om ze te klieven. Pas tijdens deze splijtwerkzaamheden bemerkte ik dat er geen sprake was van filets, maar van complete ansjovissen, wier oogjes mij in het glanzend licht van de keukenlamp zeer verwijtend aangaapten. De gruwel werd vervolmaakt, toen tijdens het doorroeren van de soep deze gezichtsorgaantjes besloten los te komen van het ansjovislichaam, om tenslotte als glinsterende pareltjes aan de oppervlakte van het schoteltje te blijven hangen. Geen bouillabaisse dus waar je hongerig van wordt.

De katten hadden geen boodschap aan mijn walging. Gretig slurpten zij hun verjaardagssoep naar binnen, zich onbewust van het ironische koekje dat mij ruim twintig jaar na de hierboven beschreven zomervakantie in Frankrijk werd voorgeschoteld. Net zo onwetend als mijn moeder, overigens. Ik ga het haar ook niet vertellen…

Leave a reply