“Snapt u dat nou?’ vroeg een kittige, kortgeknipte grijze dame voor een winkelpui in de Grote Marktstraat, haar ogen strak op mij gericht. “Ik vrees dat ik niet de juiste man ben voor uw levensvragen”, reageerde ik licht verbouwereerd. Het deed haar glimlachen. “Zo erg is het niet hoor”, sprak zij op kalmerende toon. “Het zit zo: ik had mijn scootmobiel keurig langs de muur geparkeerd. Ik ben even deze winkel ingegaan en nu staat hij midden op de stoep! Straks lopen de passanten hem nog kapot. Kunt u deze tas even vasthouden? Dan zet ik mijn wagentje in zijn achteruit.” De dame overhandigde haar plastic draagzak en stapte kwieker dan verwacht op het voertuig. Behendig reed zij het karretje terug naar de muur en constateerde tevreden dat alles nog naar behoren functioneerde.
Lees meer