Bewaakt & Bewoond

Voor een journalist ben ik soms iets te naïef. Mijn vrouw en ik wonen bijvoorbeeld al tien jaar tegenover een leegstaande kerk en al even lang is er getouwtrek tussen de gemeente, de wijkbewoners en de projectontwikkelaar over de toekomstige bestemming van dit bouwwerk. Afgelopen najaar verwees de gemeente de meest recente nieuwbouwplannen naar de prullenbak, waarop de eigenaar van het gebouw, om te voorkomen dat zijn bezit ten prooi zou vallen aan allerlei krakerige individuen, de firma ‘Bewaakt & Bewoond’ inschakelde. Dit huisvestingsagentschap, dat zich op papier hard maakt voor betrouwbaar en flexibel beheer van leegstaand vastgoed, plaatste twee geschikte kandidaten ter bewaking in de pastorie en een nieuw decennium vol getouwtrek leek in alle rust aan te kunnen vangen.

Zoals ik u al schreef, dit alles speelde zich af in het najaar, zodat mijn vrouw en ik niet meer dagelijks vanaf een zonnig balkon de achtertuin van de kerk in tuurden. Alleen het vele geroezemoes, dat op de late avond vanaf het pastoriebalkon tegen de achterzijde van ons huizenblok weerkaatste, had ik wel eens geregistreerd, maar als ik in mijn studentikoze jaren een volledige pastorie tot mijn beschikking had gehad, zou ik deze ook hebben opengesteld voor de zoete invallen van mijn vriendengroep.

Wat mij meer frappeerde waren de bewegingen rond de ingang van de kerk, waar regelmatig een wit bestelbusje uiterst dicht geparkeerd stond tegen het geopende portaal, terwijl ons als wijkbewoners eerder te kennen was gegeven dat, vanwege de deplorabele conditie van het gebouw, de deuren voorgoed gesloten zouden blijven. Anderzijds: met alle onregelmatigheden rond de jaarwisseling snapte ik ook wel weer dat een extra oogje op dit verlaten Godshuis geen overbodige luxe was. Dat er sindsdien iedere nacht een flets licht brandde achter de kerkramen vond ik begrijpelijk, want als ik zielsalleen in een verlaten kerkgebouw zou moeten slapen, zou ik ook elk nachtlampje ontsteken dat ik kon vinden.

Zoals ik dus al stelde: voor een journalist ben ik soms iets te naïef, want inmiddels is duidelijk dat ons pittoreske uitzicht niet werd bewoond door een handjevol anti-kraak studenten, maar door 44 arbeidsmigranten. Hun huisvesting was zo erbarmelijk en provisorisch, dat er wordt gesproken over brandgevaarlijke toestanden. En laat nu juist de mogelijkheid dat ons uitzicht ten prooi valt aan een vlammenzee al die jaren mijn enige angst zijn geweest, want elke stadsgenoot met enig Haags historisch besef wéét dat de residentie tot het eind van de vorige eeuw een smeulend verleden kent rond leegstaande kerkgebouwen en het vastgoed van wijlen Reinder Zwolsman.

Maar wat ging er nu mis? Welnu, één van de anti-kraak kandidaten had op eigen houtje zijn slapplek ter beschikking gesteld aan een uitzendbureau en deze organisatie plaatste hierop de 44 aangetroffen arbeidsmigranten in het gebouw. Voor deze brandgevaarlijke huisvestingsconstructie toucheerde de onderverhuurder een slordige achttienduizend Euro per maand. Een flexibiliteit die zelfs de woordvoerder van vastgoedwaakhond ‘Bewaakt & Bewoond’ in het geheel niet aan zag komen. De naam van die man? Floris Zwolsman. Een uiterst grappig toeval, als u het mij vraagt. Maar misschien ben ik nu wéér iets te naïef…

Leave a reply